Een wagen maak je samen
“Als ik het niet kan tekenen, kunnen we het niet maken,” zegt Ton terwijl hij trots twee ezels laat zien. De één van karton in verschillende delen, de ander in piepschuim direct herkenbaar als de lachende ezel. Hij is degene die vaak de eerste schetsen maakt en de koppen en beelden ontwerpt.
Het begint met een idee, waar de hele groep aan bijdraagt. Daarna volgt een schets en dan begint het bouwen. Vroeger gebeurde het bouwen nog met kippengaas en ijzer, tegenwoordig vooral met piepschuim. Om de voortgang erin te houden, wordt in delen gewerkt: zodra de basis staat, kan er al geplakt en later geschilderd worden. Iedereen heeft zijn eigen expertise en samen wekken ze een idee van papier tot leven.
Een jaar lang bouwen
Het bouwen begint elk jaar de dinsdag na Aswoensdag. Terwijl de confetti nog de straten uit wordt geveegd, starten de wagenbouwers met het slopen van de oude wagen die dat jaar vervangen wordt. Delen die nog bruikbaar zijn, worden hergebruikt of verkocht. De rest maakt plaats voor een nieuwe creatie. “In principe bouwen we elk jaar één wagen helemaal nieuw,” legt Bart uit. “We proberen rond kerst de basis klaar te hebben, zodat we vanaf dat moment kunnen schilderen en afwerken. Het is echt een project van een heel jaar.”

De groep bestaat uit ongeveer tien vaste wagenbouwers. Een gevarieerde groep met dames en heren, verschillende leeftijden en van ervaren wagenbouwers tot creatieve nieuwelingen. Niet iedereen kan er altijd zijn, maar elke dinsdagavond is de loods open. Dan bouwen niet alleen de wagenbouwers van de Winkbülle aan de wagens, maar ook andere verenigingen. Dat is een belangrijk deel van de gezelligheid. En Ron voegt lachend toe: “Je moet het hele jaar door zin hebben in carnavalsmuziek, want die staat hier vaak op.”
Elke wagen een eigen verhaal
Wat drijft iemand om een jaar lang (bijna) elke week in een bouwloods aan de slag te gaan? Voor Ton is het duidelijk: “Het mooiste is dat je idee echt tot leven komt en dat mensen het herkennen.” En dan is er dat ene magische moment dat elk jaar terugkomt: de eerste keer dat een nieuwe wagen naar buiten gereden wordt. Het liefst met een zonnetje, maar zelfs als het regent, dat moment blijft speciaal. Ron: “Dan zie je voor het eerst wat je met elkaar hebt neergezet. En later tijdens de optochten is het prachtig om te zien dat het publiek er ook echt van geniet.”
Na ruim veertig wagens is het moeilijk kiezen welke nu écht de mooiste was. Toch vallen er namen: de Romein, de prinsenwagen waar de Sjtadsprins in zijn eigen hoofd stond en de Engelse drop, mooi in zijn eenvoud. Namen die bij menig Heerlenaar waarschijnlijk wel een herinnering oproepen aan een of meer optochten. Maar eigenlijk zijn de wagenbouwers het erover eens: elke wagen heeft zijn eigen charme en het plezier in het maken ervan is minstens zo belangrijk als het eindresultaat.


Waarom wagenbouwer worden?
Ondertussen stromen er meer wagenbouwers de kantine van de loods binnen. Allemaal vertellen ze enthousiast waarom ze hiermee begonnen zijn. Sommigen doen het al jaren, anderen zijn net pas lid. Een avondje helpen met de Raad van Elf en blijven hangen, of na jaren bij een andere commissie de liefde voor carnaval combineren met creativiteit. De wagenbouwers vormen een divers gezelschap. En iedereen benadrukt de gezelligheid: “We zijn echt een team. Je moet handig zijn of gewoon willen leren, fantasie hebben en vooral samen willen werken. Dan komt de rest vanzelf.” En die gezelligheid beperkt zich niet tot de wagenbouwers van de Winkbülle. In de loods is elke week een gezellige groep van verschillende verenigingen aan de slag.
Ook zin om mee te bouwen?
De wagenbouwers kunnen altijd nieuwe handen gebruiken. Of je nu goed kunt lassen, schilderen, zagen of wilt helpen plakken. Wil je een keer komen meehelpen? Neem dan contact op via secretaris@winkbulle.nl.