Traditiegetrouw is tijdens het jaarlijkse diner van onze Ezeldragers bekendgemaakt wie dit jaar onze hoogste onderscheidingen ontvangen. Thijs Grim en Rene Schlag ontvangen een Zilveren Ezel. Een Gouden Ezel gaat naar Peter Vincent.
Peter Vincent Peter is een vaste waarde in de Heëlesje vasteloavend. Al sinds 1982 actief, onder meer (maar zeker niet uitsluitend) als voorzitter en secretaris van De Klumpkes Blumkes, medeoprichter van het Parksjtad Leedjes Konkoer én natuurlijk als helft van het bekende duo Vee & Dee. Voor zijn jarenlange inzet, creativiteit en liefde voor de vasteloavend verdient Peter een Gouden Ezel!
Thijs Grim Al ruim 15 jaar is Thijs actief lid van H.V.V. De Winkbülle. Als lid en later secretaris van de Optochtcommissie was hij mede verantwoordelijk voor de Heëlesje optocht die in die periode groeide tot ongekende lengte. Daarnaast was hij jarenlang tweede secretaris van het Algemeen Bestuur, betrokken bij de jubileumcommissie 7×11 jaar en bestuurslid van de Tent. Op dit moment is Thijs secretaris van “Richtig Heële”. Daarom ontvangt Thijs een Zilveren Ezel!
Rene Schlag Rene ademt vasteloavend. Sinds hij in 1989 prins werd bij JCV Pannesjop is hij niet meer weg te denken uit de Heëlesje vasteloavend. Als voorzitter leidt hij Prinsengarde Coriovallum al 25 jaar met hart en ziel. Daarnaast is hij een van de drijvende krachten in MSP. Dat maakt Rene een fantastische kandidaat voor een Zilveren Ezel!
De uitreiking van de Gouden en Zilveren Ezels vindt plaats op zondag 16 november 2025 bij Auberge de Rousch. Vanaf 14.00 uur is iedereen van harte welkom.
Wie vasteloavend viert in Heële, kan er niet omheen: de prachtige optocht op carnavalszondag. En zeg je optocht dan zeg je ook praalwagens. Hoe komen die indrukwekkende creaties eigenlijk tot stand? In de bouwloods spraken we met drie van onze wagenbouwers: Ton Bakker, al wagenbouwer sinds 1995, Ron Houben, die volgend jaar zijn 11-jarig jubileum viert, en Bart Baeten, sinds dit jaar de nieuwe voorzitter van de wagenbouwers.
Een wagen maak je samen “Als ik het niet kan tekenen, kunnen we het niet maken,” zegt Ton terwijl hij trots twee ezels laat zien. De één van karton in verschillende delen, de ander in piepschuim direct herkenbaar als de lachende ezel. Hij is degene die vaak de eerste schetsen maakt en de koppen en beelden ontwerpt.
Het begint met een idee, waar de hele groep aan bijdraagt. Daarna volgt een schets en dan begint het bouwen. Vroeger gebeurde het bouwen nog met kippengaas en ijzer, tegenwoordig vooral met piepschuim. Om de voortgang erin te houden, wordt in delen gewerkt: zodra de basis staat, kan er al geplakt en later geschilderd worden. Iedereen heeft zijn eigen expertise en samen wekken ze een idee van papier tot leven.
Een jaar lang bouwen Het bouwen begint elk jaar de dinsdag na Aswoensdag. Terwijl de confetti nog de straten uit wordt geveegd, starten de wagenbouwers met het slopen van de oude wagen die dat jaar vervangen wordt. Delen die nog bruikbaar zijn, worden hergebruikt of verkocht. De rest maakt plaats voor een nieuwe creatie. “In principe bouwen we elk jaar één wagen helemaal nieuw,” legt Bart uit. “We proberen rond kerst de basis klaar te hebben, zodat we vanaf dat moment kunnen schilderen en afwerken. Het is echt een project van een heel jaar.”
De groep bestaat uit ongeveer tien vaste wagenbouwers. Een gevarieerde groep met dames en heren, verschillende leeftijden en van ervaren wagenbouwers tot creatieve nieuwelingen. Niet iedereen kan er altijd zijn, maar elke dinsdagavond is de loods open. Dan bouwen niet alleen de wagenbouwers van de Winkbülle aan de wagens, maar ook andere verenigingen. Dat is een belangrijk deel van de gezelligheid. En Ron voegt lachend toe: “Je moet het hele jaar door zin hebben in carnavalsmuziek, want die staat hier vaak op.”
Elke wagen een eigen verhaal Wat drijft iemand om een jaar lang (bijna) elke week in een bouwloods aan de slag te gaan? Voor Ton is het duidelijk: “Het mooiste is dat je idee echt tot leven komt en dat mensen het herkennen.” En dan is er dat ene magische moment dat elk jaar terugkomt: de eerste keer dat een nieuwe wagen naar buiten gereden wordt. Het liefst met een zonnetje, maar zelfs als het regent, dat moment blijft speciaal. Ron: “Dan zie je voor het eerst wat je met elkaar hebt neergezet. En later tijdens de optochten is het prachtig om te zien dat het publiek er ook echt van geniet.”
Na ruim veertig wagens is het moeilijk kiezen welke nu écht de mooiste was. Toch vallen er namen: de Romein, de prinsenwagen waar de Sjtadsprins in zijn eigen hoofd stond en de Engelse drop, mooi in zijn eenvoud. Namen die bij menig Heerlenaar waarschijnlijk wel een herinnering oproepen aan een of meer optochten. Maar eigenlijk zijn de wagenbouwers het erover eens: elke wagen heeft zijn eigen charme en het plezier in het maken ervan is minstens zo belangrijk als het eindresultaat.
Waarom wagenbouwer worden? Ondertussen stromen er meer wagenbouwers de kantine van de loods binnen. Allemaal vertellen ze enthousiast waarom ze hiermee begonnen zijn. Sommigen doen het al jaren, anderen zijn net pas lid. Een avondje helpen met de Raad van Elf en blijven hangen, of na jaren bij een andere commissie de liefde voor carnaval combineren met creativiteit. De wagenbouwers vormen een divers gezelschap. En iedereen benadrukt de gezelligheid: “We zijn echt een team. Je moet handig zijn of gewoon willen leren, fantasie hebben en vooral samen willen werken. Dan komt de rest vanzelf.” En die gezelligheid beperkt zich niet tot de wagenbouwers van de Winkbülle. In de loods is elke week een gezellige groep van verschillende verenigingen aan de slag.
Ook zin om mee te bouwen? De wagenbouwers kunnen altijd nieuwe handen gebruiken. Of je nu goed kunt lassen, schilderen, zagen of wilt helpen plakken. Wil je een keer komen meehelpen? Neem dan contact op via secretaris@winkbulle.nl.
De inschrijvingen voor het Heëlesj Sjlagerkonkoer 2026 zijn geopend! Wil je kans maken op de titel Sjlager va Heële? Meld je aan voor 11 november (23:11 uur) en misschien sta jij op zaterdag 3 januari in de grote finale van het Heëlesj Sjlagerkonkoer.
Ben jij creatief met muziek en tekst? En hou je van vasteloavesleedjes? Of je nu een ervaren muzikant bent of voor het eerst meedoet: iedereen is welkom! Meld je aan en wie weet hoor jij op 3 januari het publiek luidkeels jouw Sjlager meezingen!
Na 17 jaar voorzitterschap droeg Paul Frissen op vrijdag 23 mei het stokje letterlijk en figuurlijk over. Tijd om kennis te maken met zijn opvolger: Erik Gerards. Geen onbekende voor de meeste Winkbülle en in de Heëlesje vasteloavend. We stelden hem een aantal vragen om hem beter te leren kennen.
Erik is 40 jaar oud en was Sjtadsprins in 2020. Samen met zijn echtgenote Martine en dochters Esmée en Julie woont hij “aan de andere kant van ’t sjpoor” (zoals hij het zelf zegt) op Groeët Ghen Heij.
In het dagelijks leven is hij fysiotherapeut en eigenaar van MIJN Fysio Heerlen en SW!TCH. In zijn vrije tijd zit hij graag op de fiets in het Heuvelland. Maar die vrije tijd is schaars, waardoor het fietsen niet zo vaak lukt als hij zou willen. Maar eigenlijk doet hij het liefst dingen samen. “Ik ben echt een verenigingsmens. Dingen samen doen, dat geeft energie.”
Wat betekent vasteloavend voor jou? “Vasteloavend is voor mij het loslaten van normen en waarden. Op een positieve manier wel te verstaan. Samen sjpass en plezeer maken staat voorop. Eigenlijk ben ik er het hele jaar mee bezig: met de Winkbülle, het bedenken van pakjes en vroeger met het bouwen aan de wagen van onze carnavalsgroep. Als ik op het strand muziek luister, is de kans groot dat het Wiel Knipa of Spik en Span is.”
Wat is je favoriete vasteloavesleëdje eigenlijk? “Een echte klassieker voor mij is “ut sjröäme en böäme koer” van Kartoesj – heerlijk! Maar ik hou ook van uptempo nummers, die passen bij deze tijd. Voor ieder wat wils is tijdens de vasteloavend de beste mix. De nummers van Wiel Knipa zijn voor mij ook nog altijd goud waard. En Sjundje Knipa is een prachtig moment om onze cultuur te eren. Dat moeten we echt behouden.”
Hoe vierde jij vroeger carnaval? “Vasteloavend is me echt met de paplepel ingegoten. Toen ik twee jaar was liep ik als Charlie Chaplin mee in de optocht van Heerlen. Met de hele familie gingen we op zondag naar mijn opa en oma op de Molenberg. Daar was het altijd een gezellige gekkentent. Een deel liep dan mee in de optocht en de rest ging kijken. Op maandag was het optocht op de Heerlerbaan en op dinsdag gingen we naar de optocht in Landgraaf bij de andere opa en oma. Op de basisschool liep ik ook al mee in de optocht, mijn ouders hielpen met de pakjes en de carnavalsmiddag. We vierden vasteloavend op Heerlerbaan, in de Caumerbron en het Drieluik. Daar heb ik zelfs nog eens opgetreden met een hele groep kinderen, met ‘Mooi Man’. Het was een fantastische tijd! Nu vieren we nog steeds vasteloavend met de hele familie, ook met onze eigen kinderen erbij. Op zondag is het thuis bij mijn moeder nog steeds één groot feest en staat de boel op de kop.”
Waarom wilde je voorzitter worden? “Ik had daar nog nooit echt over nagedacht en ik had ook nog niet echt die ambitie. Ik ben gevraagd voor deze rol en mijn eerste reactie was eerlijk gezegd: “Je bent gek, dat is niks voor mij.” Maar het is natuurlijk ook een enorme eer dat mensen met ervaring mij geschikt vinden. Ik heb de tijd genomen om erover na te denken, lijstjes gemaakt met plussen en minnen en veel gepraat met Martine. We moesten er samen achter staan. Uiteindelijk gaven de plussen de doorslag. De allergrootste plus? Ik heb er écht zin in.”
Heb je tips meegekregen van Paul? “We hebben veel met elkaar gesproken en hij heeft me zo goed mogelijk voorbereid. De belangrijkste tip: Je doet het samen. Afgelopen jaar zijn we al samen opgetrokken, hij gaf me praktische tips. Vaak kleine dingen, maar heel waardevol. Ik moet ook mijn eigen weg vinden, samen met het DB, het AB, de commissies en alle leden.”
Waar kijk je het meest naar uit? “Vasteloavend in Heële is geweldig. Het is het mooiste feest dat er is. Maar tijden veranderen en carnaval verandert mee. We moeten de traditie van vasteloavend borgen voor de toekomst. Ik kijk ernaar uit om daaraan mee te bouwen. Maar dat doe ik niet in m’n eentje. Ik kan het niet alleen! Samen met het bestuur hebben we iedereen keihard nodig om het geweldige feest dat de Heëlesje vasteloavend is, op deze mooie manier te behouden voor ós leefsjtad Heële.”
Wat zie je als de grootste uitdaging? “Sinds corona hebben veel verenigingen het moeilijk: minder vrijwilligers, strengere veiligheidseisen, stijgende kosten. De uitdaging is om mensen betrokken te houden en nieuwe mensen te vinden. We moeten zorgen dat het niet altijd op dezelfde mensen aankomt. Vooral de jeugd erbij houden en de vereniging laten groeien zijn belangrijke uitdagingen.”
Hoe ziet jouw vasteloavend er nu uit als voorzitter? “Ik was al betrokken bij de vereniging, maar die rol wordt nu natuurlijk groter. Toch blijf ik ook met mijn eigen groep optocht lopen op zondag. Die dag ben ik voor even meer ‘ridder van I van Hoe?’ dan voorzitter. Ik sta op de achtergrond, tenzij het nodig is. Maar mijn oren en ogen hou ik natuurlijk open.”
Wat hoop je dat mensen over jou zeggen als jij over 17 jaar afscheid neemt als voorzitter? “Ik ga dit zeker geen 17 jaar doen. En als ik me nu al druk maak over wat anderen over me gaan zeggen dan kan ik er beter niet aan beginnen.”
Laten we het dan dichterbij houden: wat voor een voorzitter wil jij zijn? “Een betrokken en benaderbare voorzitter. Ik hoop dat mensen me aanspreken en merken dat ik er ben om te helpen. Ik wil open en eerlijk zijn. Ik ben geen voorzitter voor mezelf, ik ben voorzitter voor de vereniging en voor de vasteloavend in Heële.
Ik ben beginnend bestuurder en zal ongetwijfeld wel eens op m’n bek gaan. Daar leer ik van. Ik hoop ook een frisse wind te brengen. Ik hoop daarbij op de steun van alle leden, in goede en in moeilijke tijden. En zoals eerder al gezegd: ik doe het niet alleen. Een eenzame wielrenner wordt altijd ingehaald door het peloton. Het samenwerkende peloton wint altijd.”
Tot slot: wil je nog iets kwijt aan de leden? “Ja zeker! Ik wil iedereen bedanken voor het vertrouwen. De warme reacties zijn heel fijn. En natuurlijk wil ik Paul bedanken voor zijn betrokkenheid en alles wat hij heeft bereikt de afgelopen 17 jaar. Hij laat grote schoenen achter om te vullen, maar ook een stevige basis waar we samen op kunnen voortbouwen. Op naar een mooie toekomst voor de Winkbülle!”
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.