Historie

Op 3 november 1947 werd de Stadscarnavalsvereniging “De Winkbülle” opgericht door enkele leden van de Heerlense Rij- en Jachtvereniging.

De naam Winkbülle werd gekozen, omdat deze stempel al van oudsher op de Heerlenaren werd gedrukt. Omdat deze leden uiterst hippisch georiënteerd waren lag het voor de hand dat tot wapendier der kersverse Winkbülle vereniging de “Lachende Ezel” werd gekozen. Dit enerzijds omdat de ezel tenslotte een vermakelijk lid is van de paardenfamilie en anderzijds omdat, zoals de volksmond zegt, men beter van doen kan hebben met een lachende ezel dan met een sjacherijnig mens. Geen wonder dan ook dat de eerste Winkbülle niet “Alaaf, Alaaf” riepen maar samen met hun wapendier “Aojoa, Aojoa” balkten. De lachende ezel werd getekend door Cor Driessen en is tot op vandaag het alom bekende waarmerk van de Winkbülle gebleven.

 De oprichtingsvergadering werd belegd in het lokaal van Harry Lindelauf aan de Stationstraat en wel op 27 oktober 1947. De namen van de initiatiefnemers die tevens het eerste Winkbüllebestuur vormden zijn bij de jongeren niet algemeen bekend. Het waren Sjang Polak (voorzitter), Leo Coolen (vice-voorzitter), Cor Driessen (secretaris), Sjra Vincken (penningmeester), Harry Lindelauf (vice-penningmeester), Leo van Geffen en Wim Zebregs (commissarissen).

 Op 15 november 1947 werd een gekostumeerd bal gehouden in het Kegelpaleis, waar dan de complete Raad van Elf met Prins Lei I (Leo van Geffen) het geheel luister bijzetten. De geschiedschrijving verlangt dat hier uit de doeken wordt gedaan, dat lang voordat de Winkbülle existeerden, de Leden van de Rij- en Jachtvereniging al uiterst bedreven waren in het vasteloavend vieren. Derhalve had men ook een eigen Raad van Elf en een prins, Lei der Eerste. Deze deed – toen de Winkbülle een feit werden – afstand ten gunste van zijne Hooglustigheid Louis van Wersch, die daarmee de eerste officiële Winkbülle-prins werd en derhalve ook regeerde als Louis de Eerste. En zo begonnen de Winkbülle dan hun verenigingsleven.